
Sporten verhoogt de insulinegevoeligheid, wat de insulinebehoefte vermindert. Te veel insuline tijdens het sporten kan hypoglycemie veroorzaken, terwijl te weinig insuline kan leiden tot hyperglycemie. Daarom zijn goede insuline-aanpassingen essentieel. Elke sporter heeft unieke insulinebehoeften, dus regelmatige glycemiecontrole is belangrijk om een persoonlijk schema te ontwikkelen én om hypo- of hyperglycemie na het sporten te voorkomen.
Het effect van sporten op insulinenood
Sporten zorgt voor een verhoogde insulinegevoeligheid en dus een verminderde insulinenood. Te veel insuline tijdens het sporten leidt tot hypoglycemie (zeker bij duursporten), maar te weinig kan tot hyperglycemie leiden (zeker bij krachtsporten). Goede insuline-aanpassingen zijn dus de basis.
Snelwerkende insuline werkt nog 2-3u na toediening. Insuline-aanpassingen moeten dus voldoende op voorhand ingecalculeerd worden. Dit houdt in dat de bolus bij de maaltijd vóór het sporten tot 25-75% verminderd kan worden. Daarnaast kan het nodig zijn om de basale (traagwerkende) insulinetoediening te verminderen tijdens het sporten.
Hoe de insuline aangepast moet worden, is voor iedere sporter anders. Daarom is ons advies om dit goed op te volgen door voldoende te meten en te noteren. Probeer en leer uit je ervaringen om zo tot een individueel schema te komen. Bij diaT1op begeleiden we je in deze zoektocht.
Let op! Het risico op nachtelijke hypoglycemie is verhoogd na het sporten, vooral na aerobe inspanning. Controleer de glucosewaarden voor het slapengaan en pas indien nodig de basale insuline aan of eet extra koolhydraten.
Regelmatige glycemiecontrole

De duur, het type en de intensiteit van de inspanning beïnvloeden je bloedsuikerspiegel. In het algemeen zal bij een aerobe inspanning de glycemie dalen, terwijl een anaerobe inspanning zorgt voor een stijgende glycemie (zie ook: Hoe beginnen). Inspanning kan tot 12-24u effect hebben op je glucoseregeling. Daarnaast is het risico op nachtelijke hypoglycemie verhoogd na het sporten. Daarom is het belangrijk om vóór, tijdens en na het sporten regelmatige glycemiemetingen te doen.
Ten laatste 30 min vóór de inspanning
Bij aanvang van de sport is de streefwaarde voor de glycemie tussen 125 – 180 mg/dl. Om die startglycemie te bereiken, kan het nodig zijn om insuline en/of voeding aan te passen. Bij anaerobe inspanning of hoge intensiteit intervaltraining kan het sporten ook gestart worden bij lagere glycemiewaarden (90-125 mg/dl). Indien de inspanning gepland is binnen 1-3u na de maaltijd, kan de hoeveelheid insuline voor de maaltijd worden aangepast. Hoe de insuline aangepast wordt, is afhankelijk van het soort inspanning (duursport versus krachtsport) en welke diabetestherapie de persoon gebruikt. Dit komt uitgebreid aan bod in onze workshops.

Tijdens de inspanning
Meet je glycemie elke 30-45 min tijdens het sporten indien mogelijk. Een (manuele) bloedglucosemeter geeft de glucosewaarden op het moment van de meting, maar geeft weinig info over de evolutie (stijgen of dalen) van de glycemie. Tegenwoordig beschikken veel personen met type 1 diabetes over een Continue Glucosemeter (CGM). Deze geeft aan in welke richting de glucosewaarden evolueren en met welke snelheid. Daarnaast alarmeren ze de persoon bij het optreden van een hypo- of hyperglycemie. Het is echter aangeraden om altijd een vingerprikker bij de hand te hebben om een alarmsignaal te bevestigen. Stop onmiddellijk de activiteit indien er een hypo- of hyperglycemie optreedt tijdens de inspanning.

Na de inspanning
Om acute hypo- of hyperglycemie te voorkomen na inspanning, is glycemiecontrole nodig onmiddellijk na de inspanning én 1 tot 2 keer tijdens een periode van 2-3u na de inspanning. Pas indien nodig de insuline aan of eet extra koolhydraten. Na een aerobe inspanning kunnen personen met een hoog risico op nachtelijke hypoglycemie soms ook nood aan glycemiecontroles doorheen de nacht.
Intensieve anaerobe inspanning kan soms een hyperglycemie veroorzaken. Hierbij kan een correctiebolus nodig zijn, maar dit kan op zijn beurt het risico op een laattijdige hypo verhogen. Daarom wordt er aangeraden om na een anaerobe inspanning de glycemie te laten dalen door een korte aerobe inspanning aan lage intensiteit aan je training toe te voegen (cool-down periode).
Maak je eigen tijdlijn
Een goede voorbereiding op inspanning is essentieel om grote schommelingen in de bloedsuikerspiegel te voorkomen. Hierbij moet je rekening houden met het tijdstip van je laatste maaltijd of andere fysieke activiteiten, je vochtinname, koolhydraatinname, startglycemie, de hoeveelheid insuline "aan boord", het type sport dat je wilt beoefenen, de diabetestherapie die je gebruikt, enzovoort. Dit is veel om aan te denken en verschilt voor iedereen. Bij DiaT1op begeleiden we je in dit proces. Na enkele keren sporten kun je je eigen tijdlijn opstellen.

Lees meer:
Gezondsporten.be - Informatiebrochure voor het begeleiden van sporters met diabetes
Gezondsporten.be - Type 1 diabetes en sport
DiaT1op - Brochure “Sporten met diabetes type 1”
Gezondleven.be - Bewegen bij diabetes type 1: waarom, hoeveel en hoe?
Diabetes Liga – Diabetes en Sporten
Diabeter.nl - Sport, bewegen en diabetes